Straffen
Grenzen duidelijk maken
Vooraleer je een straf geeft, is het belangrijk om na te denken of je duidelijke grenzen hebt gesteld. Wanneer je samen met de leerlingen afspraken maakt, is het voor hen gemakkelijker om hier mee om te gaan. Het samen zoeken naar een oplossing, die voor beide aanvaardbaar is, werkt voor leerlingen ook gemakkelijker. Hierbij maakt geen van beide een ‘verlies’. Het gevaar is hier echter wel dat een te soepele oplossing er voor kan zorgen dat afspraken niet meer serieus worden genomen.
Het is ook wel aangeraden om eerst een signaal te geven dat het gedrag niet gewenst is, alvorens een straf te geven. Dit kan non-verbaal of verbaal zijn. Een blik, teken of het negeren van het gedrag kan voor de leerling al genoeg zijn.
Het is ook wel aangeraden om eerst een signaal te geven dat het gedrag niet gewenst is, alvorens een straf te geven. Dit kan non-verbaal of verbaal zijn. Een blik, teken of het negeren van het gedrag kan voor de leerling al genoeg zijn.
Ik-boodschappen
Bij ik-boodschappen laat je duidelijk merken dat jij een probleem hebt, zonder dat je de schuld bij de leerling schuift.
Zo’n ik-boodschap bestaat uit 3 delen, de 3 g's:
1. Je omschrijft het gedrag van de ander.
2. Je zegt welke gevoelens (en gedachten) dat gedrag bij jou oproept.
3. Je deelt mee wat de gevolgen van dit gedrag zijn voor jou.
Voorbeeld: “Jongens, ik erger me mateloos dat jullie de verfdozen nooit terugzetten in de kast, want nu moet ik het iedere keer na schooltijd nog doen.”
- Zeg eerlijk wat je denkt en voelt.
- Geef aan dat het probleem bij jou ligt, zodat er minder weerstand opgewekt wordt.
- Neem zelf verantwoordelijkheid voor je eigen gevoel en vertrouw dat de leerling rekening wil houden met jouw gevoel.
Zo’n ik-boodschap bestaat uit 3 delen, de 3 g's:
1. Je omschrijft het gedrag van de ander.
2. Je zegt welke gevoelens (en gedachten) dat gedrag bij jou oproept.
3. Je deelt mee wat de gevolgen van dit gedrag zijn voor jou.
Voorbeeld: “Jongens, ik erger me mateloos dat jullie de verfdozen nooit terugzetten in de kast, want nu moet ik het iedere keer na schooltijd nog doen.”
Waar moet ik op letten als ik toch een straf geef?
Wanneer je toch moet overschakelen naar een straf, is het belangrijk om hier mee rekening te houden:
- Sluit zo natuurlijk mogelijk aan bij de situatie.
- Bij straf horen emoties niet thuis. Het gaat om een rustige uitvoering van een afspraak. Je relatie met de leerling mag er niet onder lijden.
- Straf houdt niet in dat de leerling slecht is, maar wel dat een bepaald gedrag slecht is.
- Straf moet onmiddellijk worden gegeven en zo vlug mogelijk worden uitgevoerd, zodat het verband met het ongewenst gedrag aanwezig blijft.
- Dreigen en toch nooit straffen maakt de impact ervan zeer gering. De leerling zal er zich niets van aantrekken.
Bronnen:
Boon, T., De Geyter, M., De Vos, L., Truyts, C., Van den Eynde, T. (2012). Begeleiden van kinderen 1: Module 1B: Actie + reactie = interactie. Mechelen: Thomas More [interne publicatie].
De Vos, L., & Van Loock, L. (2014). Begeleiden van kinderen 4A: Brede basiszorg: Algemeen deel. Mechelen: Thomas More [interne publicatie].
Standaert, R., & Troch, F. (1998). Leren en onderwijzen: Inleiding tot de algemene didactiek. Leuven: Acco.
Vandekerckhove, J., Cruysweegs, B., Vandergraesen, F., Sollie, L. (2012). Competent – Een algemene didactiek in 101 lemma’s. Wommelgem: Uitgeverij Van In.
Boon, T., De Geyter, M., De Vos, L., Truyts, C., Van den Eynde, T. (2012). Begeleiden van kinderen 1: Module 1B: Actie + reactie = interactie. Mechelen: Thomas More [interne publicatie].
De Vos, L., & Van Loock, L. (2014). Begeleiden van kinderen 4A: Brede basiszorg: Algemeen deel. Mechelen: Thomas More [interne publicatie].
Standaert, R., & Troch, F. (1998). Leren en onderwijzen: Inleiding tot de algemene didactiek. Leuven: Acco.
Vandekerckhove, J., Cruysweegs, B., Vandergraesen, F., Sollie, L. (2012). Competent – Een algemene didactiek in 101 lemma’s. Wommelgem: Uitgeverij Van In.