Zorg op school
Wat houdt dit in?
Het onderwijs in Vlaanderen wordt gekenmerkt door een
toenemende aandacht voor de zorg van kinderen en jongeren met specifieke onderwijs- en
opvoedingsbehoeften. Vandaag de dag wordt er van alle scholen verwacht dat ze
een effectief zorgbeleid voeren. De invulling van de initiatieven is doorheen
de jaren mee geëvolueerd met de veranderende noden.
|
Scholen beschikken in de uitbouw van hun zorgbeleid over een grote autonomie. De begeleiding van of zorg voor leerlingen is door de jaren heen geëvolueerd van ondersteuning door een leraar in de school die enkele extra taken op zich neemt, naar professionele begeleiding door speciaal opgeleide leerlingbegeleiders, naar een zorgverlening die geïntegreerd is in het onderwijs.
Zorguren: Deze uren worden toegekend in verhouding tot de grootte van de schoolpopulatie. Scholen moeten de wijze waarop ze deze uren invullen, kunnen verantwoorden vanuit de noden op hun school. De uren zijn hoofdzakelijk gericht op leerlingen met leermoeilijkheden, leerstoornissen of sociaal-emotionele problemen. Scholen worden gedwongen om bewuster na te denken over de behoeften van hun leerlingenpopulatie en de wijze waarop ze dit aanpakken.
Zorguren: Deze uren worden toegekend in verhouding tot de grootte van de schoolpopulatie. Scholen moeten de wijze waarop ze deze uren invullen, kunnen verantwoorden vanuit de noden op hun school. De uren zijn hoofdzakelijk gericht op leerlingen met leermoeilijkheden, leerstoornissen of sociaal-emotionele problemen. Scholen worden gedwongen om bewuster na te denken over de behoeften van hun leerlingenpopulatie en de wijze waarop ze dit aanpakken.
Buitengewoon onderwijs
Voor leerlingen die aan bepaalde
criteria beantwoorden, wordt toegang gegeven tot speciale scholen. Dit buitengewoon onderwijs is opgedeeld in 8 types. In de lagere school bestaan alle types, op het niveau van kleuteronderwijs ontbreekt type 1 en 8.
In het secundair onderwijs ontbreekt
type 8 en spreekt men van opleidingsvormen.
De 8 types:
1. Licht mentale handicap
2. Matig of ernstig mentale handicap
3. Ernstige emotionele of gedragsproblemen
4. Lichamelijke handicap
5. Kinderen in een ziekenhuis of in een preventorium
6. Visuele handicap
7. Auditieve handicap of spraak- en taalstoornis
8. Ernstige leerstoornissen
De 8 types:
1. Licht mentale handicap
2. Matig of ernstig mentale handicap
3. Ernstige emotionele of gedragsproblemen
4. Lichamelijke handicap
5. Kinderen in een ziekenhuis of in een preventorium
6. Visuele handicap
7. Auditieve handicap of spraak- en taalstoornis
8. Ernstige leerstoornissen
Via de uitvoering van dringende maatregelen zijn er al concrete stappen ondernomen voor de invoering van type 9.
De doorverwijzing gebeurt op basis van een beslissing van het CLB of een andere deskundige (arts, psychiater, ...). Zij kennen een attest voor een type toe, waarmee het kind ingeschreven kan worden in het buitengewoon onderwijs van dat betrokken type. De toegang tot dit onderwijs is steeds een recht, geen plicht. De eindbeslissing ligt bij de ouders.
Geïntegreerd onderwijs
Het geïntegreerd onderwijs of het GON is bedoeld om kinderen van de kleuterschool en de lagere school
te helpen (re)integreren. Via dit
systeem kunnen de leerlingen met een attest van het CLB in het
gewoon onderwijs hulp krijgen vanuit het buitengewoon onderwijs.
Het gaat hier voornamelijk over leerlingen met motorische, visuele of auditieve problemen. Deze doelgroepen worden geleidelijk ook verbreed naar kinderen met autismespectrumstoornis (ASS). Deze zorgmaatregel is enkel beschikbaar voor leerlingen die – mits ondersteuning – in staat zijn de eindtermen van het lager onderwijs te bereiken. Dit zijn dus kinderen zonder mentale beperking. Niet alleen de leerlingen, maar ook de leerkracht wordt begeleidt, zo’n 2 à 4 uur per week.
Het gaat hier voornamelijk over leerlingen met motorische, visuele of auditieve problemen. Deze doelgroepen worden geleidelijk ook verbreed naar kinderen met autismespectrumstoornis (ASS). Deze zorgmaatregel is enkel beschikbaar voor leerlingen die – mits ondersteuning – in staat zijn de eindtermen van het lager onderwijs te bereiken. Dit zijn dus kinderen zonder mentale beperking. Niet alleen de leerlingen, maar ook de leerkracht wordt begeleidt, zo’n 2 à 4 uur per week.
Project inclusie leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon lager onderwijs
Dit project staat eerder gekend onder de afkorting ION, project inclusief onderwijs. Een
klein aantal leerlingen met een mentale beperking, die in principe les volgen
in type 2 van het buitengewoon
onderwijs, komen in aanmerking voor ondersteuning
in het gewoon onderwijs om daar permanent en volledig geïntegreerd
onderwijs te volgen. De aanvullende 5,5 lesuren worden gebruikt om vanuit de
school voor buitengewoon onderwijs pedagogische en didactische ondersteuning te
verlenen aan de klasleerkracht, het schoolteam en de leerling in kwestie.
Het doel van inclusief onderwijs is om de leerling maximaal te integreren binnen de klassituatie, zijn deelname aan de lessen en activiteiten. Omdat deze kinderen nooit de eindtermen zullen bereiken, volgen zij een apart, individueel programma.
Kinderen met een handicap (fysiek, zintuiglijk maar ook mentaal) hebben net zoals alle andere kinderen het recht om naar een school voor gewoon onderwijs te gaan. Deze school moet dan de nodige aanpassingen en ondersteuning voorzien in de mate van het mogelijke.
Het doel van inclusief onderwijs is om de leerling maximaal te integreren binnen de klassituatie, zijn deelname aan de lessen en activiteiten. Omdat deze kinderen nooit de eindtermen zullen bereiken, volgen zij een apart, individueel programma.
Kinderen met een handicap (fysiek, zintuiglijk maar ook mentaal) hebben net zoals alle andere kinderen het recht om naar een school voor gewoon onderwijs te gaan. Deze school moet dan de nodige aanpassingen en ondersteuning voorzien in de mate van het mogelijke.
Gelijke onderwijskansen
Om te kunnen aansluiten bij de specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften van leerlingen in het algemeen en van bepaalde risicogroepen in het bijzonder, werd gesleuteld aan een onderwijskansenbeleid.
Het hoofddoel: De achterstand en achterstelling van kansarme en allochtone leerlingen in onze multiculturele samenleving via onderwijs weg werken. De focus ligt op het omgaan met socio-economische en culturele achtergrondkenmerken van kinderen. Het is een groepsgebonden invalshoek.
Het legt onder meer ook de willekeur van schooldirecties bij het inschrijven van leerlingen aan de banden: ook een kansarme leerling of ‘allochtone’ leerling heeft principieel het recht om ingeschreven te worden in de school van zijn keuze. Daartegenover staan er extra middelen voor de school. Het doel is dubbel:
GOK-uren: Deze uren worden toegekend aan scholen die een bepaald aantal GOK-leerlingen in hun school hebben. De uren zijn hoofdzakelijk gericht op kansarme en allochtone leerlingen.
SES-uren: Dit is een geïntegreerde omkadering voor het lestijdenpakket. SES staat voor socio-economische status. Deze uren worden toegekend op basis van de volgende kenmerken van de leerling: thuistaal is niet het Nederlands, laaggeschoolde moeder en het krijgen van een schooltoelage. Er wordt ook extra omkadering voorzien voor kinderen die tijdelijk of permanent buiten het gezin verblijven of kinderen van trekkende bevolking.
Elke school dient in haar schoolwerkplan aan te geven op welke wijze zij via het zorg- en gelijkekansenbeleid werkt aan optimale ontwikkelingskansen voor alle kinderen. De aandacht voor gelijke kansen moet dus in elke school herkenbaar zijn in de werking.
Het hoofddoel: De achterstand en achterstelling van kansarme en allochtone leerlingen in onze multiculturele samenleving via onderwijs weg werken. De focus ligt op het omgaan met socio-economische en culturele achtergrondkenmerken van kinderen. Het is een groepsgebonden invalshoek.
Het legt onder meer ook de willekeur van schooldirecties bij het inschrijven van leerlingen aan de banden: ook een kansarme leerling of ‘allochtone’ leerling heeft principieel het recht om ingeschreven te worden in de school van zijn keuze. Daartegenover staan er extra middelen voor de school. Het doel is dubbel:
- Compenserend optreden voor achterstellingsfactoren die de onderwijsprestaties van die groepen hypothekeren.
- De betrokken scholen aantrekkelijker maken voor kansrijke leerlingen om opnieuw tot een gezonde sociale mix te komen.
GOK-uren: Deze uren worden toegekend aan scholen die een bepaald aantal GOK-leerlingen in hun school hebben. De uren zijn hoofdzakelijk gericht op kansarme en allochtone leerlingen.
SES-uren: Dit is een geïntegreerde omkadering voor het lestijdenpakket. SES staat voor socio-economische status. Deze uren worden toegekend op basis van de volgende kenmerken van de leerling: thuistaal is niet het Nederlands, laaggeschoolde moeder en het krijgen van een schooltoelage. Er wordt ook extra omkadering voorzien voor kinderen die tijdelijk of permanent buiten het gezin verblijven of kinderen van trekkende bevolking.
Elke school dient in haar schoolwerkplan aan te geven op welke wijze zij via het zorg- en gelijkekansenbeleid werkt aan optimale ontwikkelingskansen voor alle kinderen. De aandacht voor gelijke kansen moet dus in elke school herkenbaar zijn in de werking.
Geïntegreerde zorg
Bij geïntegreerde zorg gaat men leerlinggebonden kijken naar wie leerbedreigd is of een handicap heeft. Dit betekent in de eerste plaats dat alle
leerjaren betrokken zijn in de zorgverlening en deze begeleiding integreren in hun
onderwijskundige en pedagogische aanpak.
Deze zorg wordt ook getypeerd als een ‘whole-school approach’. Dit wil zeggen dat de begeleiding die leraren bieden, plaats vindt in een school die bepaalde kenmerken vertoont op het gebied van zorg. De school dient bijvoorbeeld te beschikken over een duidelijke zorgvisie. Samenwerken binnen het team met ouders en extern is belangrijk, net als de professionalisering van het team.
Deze zorg wordt ook getypeerd als een ‘whole-school approach’. Dit wil zeggen dat de begeleiding die leraren bieden, plaats vindt in een school die bepaalde kenmerken vertoont op het gebied van zorg. De school dient bijvoorbeeld te beschikken over een duidelijke zorgvisie. Samenwerken binnen het team met ouders en extern is belangrijk, net als de professionalisering van het team.
Differentiatie dient vooral binnen de klas plaats te vinden en de begeleiding buiten de klas is kortstondig en intensief.
Klik hier om meer uitleg te krijgen over differentiatie binnen de klas.
Klik hier om meer uitleg te krijgen over differentiatie binnen de klas.
Bronnen: De Vos, L., & Van Loock, L. (2014). Begeleiden van kinderen 4A: Brede basiszorg: Algemeen deel. Mechelen: Thomas More [interne
publicatie].
http://www.vclbdewisselantwerpen.be/pdf/8.15.VadZorgVvKBaO.pdf
http://data-onderwijs.vlaanderen.be/onderwijsaanbod/default.aspx/bao/buo
http://www.vclbdewisselantwerpen.be/pdf/8.15.VadZorgVvKBaO.pdf
http://data-onderwijs.vlaanderen.be/onderwijsaanbod/default.aspx/bao/buo