Tijdlijn
Volgens het leerplan (van VVKBAO) kan je het best je inhouden van W.O. binnen de tijd kaderen door een tijdlijn te gebruiken. Zo kan je telkens stapsgewijs inzoomen op een deel uit een tijdsperiode. De leerlingen krijgen zo een beeld van de opeenvolging van periodes/gebeurtenissen in tijd.
De meeste leerlingen zijn in staat om de tijd tussen twee gebeurtenissen te bepalen en belangrijke gebeurtenissen uit het eigen leven te situeren in hun levensloop. De leerlingen hebben het vaak moeilijker wanneer het gaat om gebeurtenissen op een tijdlijn te plaatsen bij de dagelijkse- en de historische tijd. [1]
Enkele dagelijkse activiteiten die zich focussen op de persoonlijke tijd:
Wanneer deze activiteiten dagelijks toegepast worden komen de leerlingen al snel tot tijdsbesef. Wanneer de leerlingen naar een volgend leerjaar overstappen is het belangrijk dat ze de materialen die ze het vorige jaar gebruikten verder blijven gebruiken. Vandaar dat het interessantst is om binnen het schoolteam uniforme materialen te gebruiken. Voorbeelden van deze materialen zijn: jaarkalender, maandkalender, weekkalender, weerkalender, daglijn, verjaardagskalender…
Voor het historische tijdsbesef starten we in het 4de leerjaar met het aanbrengen van de eeuwenband. Hierop worden voor het eerst belangrijke historische gebeurtenissen aangebracht.
De meeste leerlingen zijn in staat om de tijd tussen twee gebeurtenissen te bepalen en belangrijke gebeurtenissen uit het eigen leven te situeren in hun levensloop. De leerlingen hebben het vaak moeilijker wanneer het gaat om gebeurtenissen op een tijdlijn te plaatsen bij de dagelijkse- en de historische tijd. [1]
Enkele dagelijkse activiteiten die zich focussen op de persoonlijke tijd:
- kloklezen
- het inschatten van de duur van een activiteit
- het terugblikken op en vooruitblikken naar activiteiten
- de tijdlijn a.d.h.v. seizoenen, trimesters, …
Wanneer deze activiteiten dagelijks toegepast worden komen de leerlingen al snel tot tijdsbesef. Wanneer de leerlingen naar een volgend leerjaar overstappen is het belangrijk dat ze de materialen die ze het vorige jaar gebruikten verder blijven gebruiken. Vandaar dat het interessantst is om binnen het schoolteam uniforme materialen te gebruiken. Voorbeelden van deze materialen zijn: jaarkalender, maandkalender, weekkalender, weerkalender, daglijn, verjaardagskalender…
Voor het historische tijdsbesef starten we in het 4de leerjaar met het aanbrengen van de eeuwenband. Hierop worden voor het eerst belangrijke historische gebeurtenissen aangebracht.
In het 5de leerjaar maken de leerlingen kennis met de verschillende tijdsvakken, deze plaatsen ze op een tijdlijn. Zowel in het 5de als in het 6de leerjaar leren de kinderen over gebeurtenissen uit de verschillende tijdsvakken. Het is belangrijk dat je als leerkracht samen met de leerlingen deze gebeurtenissen gaat situeren op de tijdlijn tijdens de lessen W.O.
Visie op de leerlijn W.O. rond tijdsinzicht en -besef
Tijdkaders / periodes
1.
De
oudste tijden: van ... tot ca. 800 v.Chr.
2. De tijd van de Grieken en Romeinen/ Oudheid: van ca.800 v.Chr. tot ca. 500 na Chr.
3. De tijd van burchten en steden/ Middeleeuwen: van ca.500 na Chr. tot ca. 1500 na Chr.
4. De tijd van vorsten en ontdekkingen/ nieuwe tijd: van ca.1500 tot ca.1800
5. De tijd van volkeren/ Nieuwste tijd: van ca.1800 tot ca. 1945
6. De eigen tijd: vanaf 1945 tot …
Opgelet: Deze benamingen zijn verschillend per onderwijskoepel.
Volgende benamingen worden gebruikt in het gemeenschapsonderwijs:
1. Prehistorie: van … tot ca. 3500 v.Chr.
2. Oudheid: van ca. 3500 v.Chr. tot ca.500 na Chr.
3. Middeleeuwen: van ca. 500 tot ca. 1500
4. Nieuwe tijden: van ca. 1500 tot onze tijd
5. Onze tijd: generatie grootouders
2. De tijd van de Grieken en Romeinen/ Oudheid: van ca.800 v.Chr. tot ca. 500 na Chr.
3. De tijd van burchten en steden/ Middeleeuwen: van ca.500 na Chr. tot ca. 1500 na Chr.
4. De tijd van vorsten en ontdekkingen/ nieuwe tijd: van ca.1500 tot ca.1800
5. De tijd van volkeren/ Nieuwste tijd: van ca.1800 tot ca. 1945
6. De eigen tijd: vanaf 1945 tot …
Opgelet: Deze benamingen zijn verschillend per onderwijskoepel.
Volgende benamingen worden gebruikt in het gemeenschapsonderwijs:
1. Prehistorie: van … tot ca. 3500 v.Chr.
2. Oudheid: van ca. 3500 v.Chr. tot ca.500 na Chr.
3. Middeleeuwen: van ca. 500 tot ca. 1500
4. Nieuwe tijden: van ca. 1500 tot onze tijd
5. Onze tijd: generatie grootouders
[1] Deze informatie komt uit Ministerie van Onderwijs en Vorming, Ond.Vlaanderen. Conferentiebundel, geüpload op 23 mei 2012, geraadpleegd op 2 april 2014, via http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/peilingen/conferenties/files/conferentiebundel-18-5.pdf
Hieronder vind je een handig instrument dat je kan helpen bij het werken rond tijd en ruimte in jouw klas.
Je kan met een stift aanduiden rond welke zaken je in jouw klas een aanzet moet geven en (systematisch) moet rond werken.
Je kan met een stift aanduiden rond welke zaken je in jouw klas een aanzet moet geven en (systematisch) moet rond werken.
Het tijdkader.docx | |
File Size: | 25 kb |
File Type: | docx |
Het ruimtekader.docx | |
File Size: | 22 kb |
File Type: | docx |